Verslag Staat van Cultuur: publiek en participatie
Het eerste publiek voor de debatavond De Staat van Cultuur: Publiek en Participatie is een kwartier te vroeg. Het betreft twee Turks-Nederlandse mannen die direct op de eerste rij met stoeltjes gaan zitten, nog net niet met hun vinger opgestoken.
De stoeltjes staan klaar in de bibliotheek en zijn rond een uur of acht zo’n beetje allemaal bezet. Achter een tafel zit het panel, als beklaagden in een rechtbank. Van links naar rechts: Patrick van der Voort, fractievoorzitter en lijsttrekker van BBL, oftewel Brede Beweging LinksOm. Lucas Asselbergs, hoofd Studium Generale op de TU/e. Christo Weijs, cultuurwoordvoerder en bestuurslid van het CDA. Niek Traa, voormalig breakdance-kampioen en nu artistiek leider van dansgroep The Ruggeds. En tenslotte Tijs Rooijakkers, de kunstenaar die recentelijk furore maakte met zijn sociaal geëngageerde werk Supertoll!
Beklaagden in een rechtbank, zo staat het hierboven, een associatie die niet uit de lucht is komen vallen. Na de opening door moderator Oscar Kocken en de kernvragen gesteld door Cultuur Eindhoven directeur Tanja Mlaker - ‘Hoe staan we er nou voor? Waar dromen we van?’ - komen er uit het publiek van alle kanten harde verwijten. Er is een hoop mis, veel kan beter, het ligt aan zus, het komt door zo. De mensen hebben veel op hun hart en ze willen het kwijt - aan bevlogenheid gelukkig geen gebrek - en de stoeltjes staan nu eenmaal richting het panel. De consequentie is dat het haast lijkt alsof breakdancer Niek Traa verantwoording moet afleggen over, bijvoorbeeld, een groot Turks feest dat, aldus één van de twee mannen op de eerste rij, door gemeentebeleid de nek is omgedraaid. (Er kwamen zoveel bezoekers op af dat er een gebrek parkeerplaatsen was. De bezoekers parkeerden waar het niet mocht en werden vervolgens allemaal beboet.) De frustratie van deze man was oprecht - en misschien ook valide? - maar wat kon iemand als Niek daarover zeggen?
De zojuist geschetste verwarring, te zien in de blikken van de aanwezigen, is illustratief voor het verloop van de avond en het debat. Een panel straalt expertise en autoriteit uit, dat gaat vanzelf, maar de desbetreffende panelleden gingen in feite gebukt onder dezelfde verlangens, frustraties, verwarring, hoop en wanhoop als de mensen in het publiek.
De argumenten vlogen kriskras door de ruimte. Het ene argument lokte het andere uit, ook al had dat tweede argument vaak weinig van doen met het eerste, waardoor veel mensen elkaar beduusd zaten aan te kijken. Subsidie, promotie, accommodatie, initiatief; het kwam allemaal in een moordend tempo voorbij.
Maar het wás ook ingewikkeld. Of beter: het ís ingewikkeld. Er moet meer gedaan worden aan integratie. De kunstwereld moet eens afdalen naar het gewone volk. Er bestaat een schisma tussen Parktheater-gangers en de gewone burger; parallelwerelden die elkaar niet raken. Kunst moet het volk verheffen, en niet alleen de mensen met een museumjaarkaart. Er moet meer PR zijn voor culturele evenementen. Er is te weinig kleur binnen de organisaties. En de positie van vrouwen dan? Zie het panel: alleen maar mannen. Het woord cultuur werd - vooral de Turks-Nederlandse man die een uitgesproken lid van DENK bleek te zijn en zo verhit raakte dat hij aanschoof bij het panel - vooral geïnterpreteerd als etniciteit en afkomst.
Dat maakte het extra verwarrend: er zijn natuurlijk verschillende definities van cultuur. Of beter gezegd: het woord wordt op verschillende wijzen geïnterpreteerd. Het betekent verschillende dingen op verschillende momenten. Je hebt cultuur in de zin van, bijvoorbeeld, ‘de Turkse cultuur’, maar ook in de zin van, bijvoorbeeld, een terugkerend poëzie-evenement. Vanavond liep dat allemaal door elkaar heen. Niet eens zo gek, want de twee hebben natuurlijk raakvlakken. Niettemin resulteerde het gebrek aan kaders en context in een discours waarin álles aan bod kwam.
Een vraag die opdoemde was dan ook: ‘Wat is cultuur eigenlijk?’ Als je álles onder die noemer brengt, dus het totale plaatje van gebruiken, uitingen, kunst, omgangsvormen, afkomst - kun je moeilijk nog een debat voeren over de staat van de cultuur, omdat cultuur dan simpelweg de uitkomst van een optelsom is. Maar als je het beperkt tot alleen musea en toneelverenigingen dan heb je last van tunnelvisie. Moeilijk, moeilijk…
Het was mooi om de betrokkenheid te zien. Ondanks de vele stokpaardjes die werden bereden was er begrip en wil. Er werden mooie woorden gesproken. Niek Traa die pleitte voor kleine initiatieven en motivatie van binnenuit; je hoeft dat alleen te accommoderen. Tijs Rooijakkers die met zijn grote tol de straat liet bijdragen aan zijn kunstwerk. Nieuws over verscheidene poëzie-initiatieven. Een mooi pleidooi uit het publiek voor kunst die zich meer verbindt aan de maatschappij. Er werden ook zorgen geuit: we groeien uit elkaar; de voornaamste verantwoordelijkheid voor cultuur in Eindhoven zou dáár moeten liggen. En minder regeltjes graag; Strijp-S verliest door regelgeving alle levendigheid. Liever hebben we een klimaat waarin nieuwe initiatieven wortel kunnen schieten. Ook moeten we af van ons Calimero-gevoel: trots zijn op onszelf en in actie komen. Niet zo lui, niet steeds met de armen over elkaar. Moedig elkaar aan, juich elkaar toe.
‘Als stad krijg je de cultuur die je verdient,’ merkte Lucas Asselbergs op. Daar zit wat in. Niettemin was het tastbaar: we willen, we zijn bereid, we hopen en we dromen. We moeten elkaar alleen nog even vinden, en weten waar we het nou eigenlijk precies over hebben. Maar laat dát nou juist zo ontzettend moeilijk zijn.
Let wel: de panelleden mochten de staat van cultuur in Eindhoven een rapportcijfer geven. De reeks cijfers was als volgt: 6 - 6,5 - 7 - 6 - 7,8. Een voldoende dus. Dat is een mooi begin.
Tekst: Henk van Straten
Illustratie: Gijs Kast