Toekomst vormen we samen
Normaliter werd het begin van een nieuwe vierjarige Kunstenplanperiode gekenmerkt door nieuw elan bij de gesubsidieerde instellingen en weinig animo voor beleidsdiscussies. De kaarten waren immers net opnieuw geschud, de plannen voor de toekomst waren verzekerd van basisfinanciering of gingen de ijskast in.
In het voorjaar 2017 is daar geen sprake van. Nu zijn juist alle raderen in beweging. De Raad voor Cultuur is bezig met de verkenning en sectoranalyse en voert gesprekken met kunstenaars, instellingen en overheden. Overheden beraden zich over hun eigen rol, profiel, ambities en – niet te vergeten – over efficiëntere samenwerking. De instellingen zoeken toenadering met coproducties, fusies, uitwisseling, krachtenbundeling en bouwen aan een nieuw beeld van een sterke creatieve sector. En het publiek laat zich niet meer vangen in een net van eenduidige begrippen. Het publiek is een bewegende massa van zelfbewuste individuen, niet eenvoudig om te raken. Iedereen is het ermee eens dat het anders kan en moet, maar hoe dan en hoe komen we een stap verder?
Zijn we bereid om het lelijkste gezicht van het huidige systeem in de spiegel te bekijken en te veranderen? Want het is toch een beetje sneu dat juist kleinere instellingen die met 2 of 3 ton veel effect sorteren voor de financiering bij tenminste drie deuren moeten aankloppen. Hoeveel verloren moeite en bevroren dromen betekent dan een halfvolle portemonnee waar ze dikwijls mee eindigen? Het is een beetje gênant dat fondsen tegenwoordig trots zijn om maximaal 30% van de subsidiabele kosten te willen financieren ongeacht het type activiteit en het type instelling en tegelijkertijd ook een onderscheidende rol zouden willen bij de totstandkoming van nieuwe plannen. En het is inmiddels een bekend fenomeen dat velen dan maar steeds meer subsidie bij zo veel mogelijk financiers (moeten) aanvragen, want met meer geld kun je zeker meer realiseren.
Het is lastig over het systeem na te denken terwijl er zoveel belangen in het spel zijn. De kunst is de pijn te verhelpen waar alle partijen in het spelveld last van hebben: een complex systeem met veel administratieve ballast en te weinig tijd of zin in een echt gesprek. Hoe veranderen we de netjes gescheiden hokjes in een wild groeiende tuin? Het vereist lef, verbeelding en verbindingskracht. Van de overheden en in de sector zelf. Want wie zegt dat bijvoorbeeld internationale kwaliteit een begrip apart is terwijl de steden in Nederland veelal internationale banden hebben. Ik heb afgelopen jaar in Eindhoven geen enkele kunstenaar of instelling gesproken die zich laat beperken tot de Nederlandse bodem. Maar Eindhoven en daarmee Nederland is wel hun basis, hun uitvalspoort en soms hun rustpunt voordat een volgende ontmoeting plaatsvindt. Ik prijs me gelukkig om binnen een jaar als directeur van Cultuur Eindhoven zoveel gedreven en deskundige creatieve mensen te hebben leren kennen. Ik zou willen dat we nu gezamenlijk stappen zetten naar een eenvoudiger systeem dat veel mogelijkheden biedt voor creativiteit die er toe doet, die van de kunst in alle vormen en maten. Het is niet gemakkelijk, maar ik weet zeker dat het kan.